schepsel

Recensie door: Erica van Dooren. Foto: Virginia Woolf & Vita Sackville-West, ca. 1928. Bron: Public domain.

Verlangen als verzet
Twee vrouwen schrijven zichzelf vrij in een wereld die hen tot stilte veroordeelde.

Boek. Recensie. Toen Virginia Woolf en Vita Sackville-West elkaar in 1922 ontmoetten, kon niemand vermoeden dat hun ontmoeting zou uitgroeien tot een van de meest indringende correspondenties van de twintigste eeuw. Wat begon als fascinatie, werd al snel een ruimte waarin verlangen, vorm en taal in elkaar grepen.

In hun brieven — geschreven tussen 1922 en 1941 — ontstaat een liefde die zich niet laat reduceren tot lichaam alleen, maar zich nestelt in zinnen, in ritme, in verbeelding. Het is geen verhaal van openlijk samenleven, maar van een clandestiene intimiteit die juist daardoor radicaal wordt.

Liefst schepsel laat zien hoe twee vrouwen, ieder gevangen in hun tijd, in taal een alternatief leven bouwden.

Waar taal het lichaam raakt

De briefwisseling leest niet als een bekentenis, maar als een aanraking in woorden. Virginia schrijft behoedzamer, scherper, zoekender — en juist daardoor elektrischer. Vita schrijft vrijer, aardser, met een vanzelfsprekendheid van het lijf.

“Je mond blijft aan mijn gedachten hangen.”

Hun liefde is niet veilig, niet sociaal erkend, niet toegestaan, en daardoor des te radicaler.

Niet het lichaam is de eerste plaats van liefde, maar de geest.

Ze schrijven in een tijd waarin vrouwen mochten schrijven, maar niet te luid. Niet te vrij. Niet buiten de regels. Hun brieven zijn precies dat: een ruimte zonder toezicht.

De stem die zichzelf schept

Virginia noemt Vita geen “liefste”, maar: “schepsel”. In dat ene woord ligt verzet besloten. Een weigering om te kiezen tussen lichaam en ziel, tussen vrouw en man, tussen vorm en vrijheid.

“Schrijven aan jou is als ademen onder water – onmogelijk, maar ik blijf het doen.”

Wie Virginia alleen kent uit haar romans leert haar hier van binnenuit kennen: kwetsbaarder, speelser, grilliger. Vita wordt niet alleen geliefde, maar katalysator. Door haar durft Virginia losser te schrijven. Ongepolijster. Dichter bij het instinct. Hier draagt taal geen masker, maar verlangen.

Liefde als spiegel

De brieven zijn niet alleen liefdesdocumenten, maar literaire voorbereidingen. Vita is het model voor Orlando — het personage dat door eeuwen reist en van geslacht verandert. In de brieven is die fluïditeit al tastbaar.

“Je verandert van vorm zoals anderen van humeur.”

Niet ondanks hun omstandigheden, maar juist erdoor.

Dat hun verlangen zich ontvouwt terwijl Virginia getrouwd is met Leonard Woolf — en Vita met Harold Nicolson — maakt hun woorden niet minder waar, maar des te moediger.

De vrijheid van taal

De vertaling van Annelies van Hees verdient bewondering. Ze bewaart Woolfs toon: het lichte ironische, het subtiele schuren, de zinnelijkheid die nooit glad wordt. De textuur van hun stemmen blijft intact, scherp waar het moet, zacht waar het kan.

“Je brieven zijn mijn huid geworden, ik trek ze aan als de nacht.”

In het Nederlands blijft die intimiteit voelbaar zonder dat de taal modern of vlak wordt. Vita schrijft met aardse directheid, Virginia met lichtheid en precisie. Samen vormen hun stemmen een taal die beweegt tussen hoofd en huid, licht en schaduw. Hier krijgt hun verlangen vlees zonder sentimenteel te worden, en kracht zonder bombast.

De brief als literair laboratorium

In deze brieven zie je Virginia oefenen. Hier ontstaan de fragmenten, herhalingen, het ritme van denken dat later haar romans zal vormen. De brief is geen privéplek, maar een experiment. Wat later autofictie zal heten, bestaat hier al: schrijven als denken, denken als leven. En Vita is daar onlosmakelijk deel van.

“Ik wil wonen in je woorden, als ik niet in je lichaam mag.”

Dit is geen liefdesbrief. Dit is literaire noodzaak.

Intiem leven in taal

In een wereld waarin vrouwen bedoeld waren voor stilte, kinderen en decorum, wordt schrijven een daad. Niet door te schreeuwen, maar door te blijven. Ze verzetten zich niet als activisten, maar als schrijvers. Ze leven waar ze niet mogen leven: in taal.

De blijvende stem

Liefst schepsel toont niet de icoon, maar de vrouw: zoekend, verlangend, twijfelend. De brieven zijn soms licht, soms wreed eerlijk, soms gevaarlijk open. Ze laten zien hoe liefde geen veilige vorm hoeft te hebben om echt te zijn.

“Als we niet kunnen samenleven, laat ons dan bestaan in taal.”

En daarin slagen ze.

Schrijven wás hun manier van liefhebben en wie goed luistert, hoort in hun zinnen nog altijd dat ritme van verzet – zacht maar onverwoestbaar.

Deze brieven herinneren eraan dat queer liefde niet altijd schreeuwt, maar soms fluistert – en dat juist die fluistering generaties overstijgt.

Boekgegevens

Virginia Woolf – Liefst schepsel. Brieven aan Vita Sackville-West
Uitgeverij: Uitgeverij G.A. Van Oorschot
Verschenen: 26 september 2025

ISBN: 978 9028252073
424 pagina’s