Politiek. Lyle Muns (1994) is kandidaat #33 op de kieslijst voor GroenLinks-PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025. Hij is bekend als activist, voormalig studentenleider, voorvechter van sekswerkersrechten en nu werkzaam bij het Aidsfonds. In dit interview spreekt hij openhartig over zijn coming-outs, zijn idealen en zijn visie op politiek en samenleving. Lyle gaat ook in op dat vele Gaykrant lezers zeggen dat links hen niet meer ziet staan, en hoe progressieve partijen zoals GL/PvdA beter moeten luisteren naar hoe LHBTI+-ers dreiging en discriminatie ervaren.
Tekst: Bamber Delver. Foto’s: Grzegorz Litwin
Gaykrant: Wie is Lyle Muns voor lezers die je nog niet kennen?
Lyle Muns: “Ik ben opgegroeid in Belgisch Limburg en vanaf jonge leeftijd maatschappelijk actief. Als scholier zat ik al in de leerlingenraad en later in de Vlaamse Scholierenkoepel. In Nederland studeerde ik politicologie en werd ik voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond. Daarnaast heb ik mij altijd ingezet voor LHBTI-rechten en voor de rechten van sekswerkers. Vandaag werk ik bij het Aidsfonds en zet ik me in voor internationale mensenrechten. En nu ben ik kandidaat-Kamerlid voor GroenLinks-PvdA.”
Je spreekt vaak over verschillende coming-outs. Kun je die chronologisch beschrijven?
Lyle: “De eerste keer dat ik uit de kast kwam was als tiener, toen ik mijn zus vertelde dat ik op jongens val. Later volgde mijn coming-out als homo tegenover mijn ouders, en uiteindelijk zelfs in de klas. De tweede grote coming-out was als sekswerker. Ik begon rond mijn achttiende, deels om vrijheid en financiële ruimte te creëren. Dat was een publiek proces: ik schreef erover en stond ineens volop in de media. De derde coming-out was het meest persoonlijk: mijn hiv-diagnose. Dat is geen keuze en het voelde zwaar, maar ik wist meteen dat ik daar open over wilde zijn. Geheimen maken je klein. Openheid geeft kracht – voor jezelf én voor anderen.”
Jouw nieuwe positie als politicus lijkt wel een volgende coming-out? Je was al jong politiek en maatschappelijk actief. Hoe ontwikkelde dat zich?
Lyle: “Politiek zat er bij mij altijd al in. Als scholier haalde ik het COC naar mijn school om voorlichting te geven. Later in België zat ik bij Jong Groen en organiseerde ik middelbare schoolleerlingen in de scholierenkoepel. In Nederland richtte ik met anderen de sekswerkersvakbond Proud op, omdat er over sekswerk werd gesproken zonder sekswerkers zelf. Daarna werd ik voorzitter van de LSVb, waar we met studenten succesvol streden om de basisbeurs wee terug te krijgen. En nu werk ik bij het Aidsfonds, waar ik me inzet voor wereldwijde gezondheids- en mensenrechten.”
Wat drijft je nu als kandidaat voor de Tweede Kamer?
Lyle: “Voor mij is politiek in de kern luisteren. Je kunt niemand vertegenwoordigen als je niet eerst hoort wat er leeft. Ik wil strijden voor de grote zorgen van mensen: betaalbare woningen, goed onderwijs en toegankelijke zorg. Daarnaast blijf ik me inzetten voor LHBTI-rechten en andere groepen die in de verdrukking zitten. Ik geloof in een samenleving waarin iedereen zichzelf kan zijn, ongeacht afkomst, religie of seksuele oriëntatie. Verbinding maken, ook met mensen die het niet vanzelf met je eens zijn, dat is de sleutel.”
Het verkiezingsprogramma van GroenLinks-PvdA (***) is onduidelijk over de oorzaken van geweld tegen lhbt’ers. Zoals dit korte citaat: ‘Of het nu gaat om het lastigvallen van vrouwen, het uitschelden van homo’s of discriminerende teksten, de publieke ruimte moet een veilige ruimte zijn.” Dat is nogal een open deur. Er wordt nergens concreet gesproken over waar die intolerantie vandaan komt. Als ik GL/PvdA politici volg wordt er slechts over 1 groep namelijk extreemrechts, concreet gesproken als bedreiging. Dat klopt, maar uit onderzoeken blijken ook andere groepen actief te discrimineren. Zoals jongens met een allochtone en islamitische achtergrond, zo staat in het rapport (*) van de gemeente Amsterdam, dat de GroenLinks wethouder zelfs probeerde weg te houden. En uit een ander onderzoek door de Erasmus Universiteit, Richten op de Regenboog (**), blijkt dat er verschillende daderprofielen bestaan, niet alleen uit extreemrechtse hoek. Hoe komt het dat GroenLinks-PvdA dit niet benoemt? Is benoemen wat er aan de hand is niet de eerste stap naar verandering?
Lyle: “Ik wil daar heel duidelijk over zijn: ik ontken absoluut niet dat discriminatie ook voorkomt vanuit religieuze of culturele hoek. Dat zien we bij conservatieve moslims, maar ook bij strenggelovige christenen en ultraorthodoxe joden. Het probleem ontstaat wanneer radicale opvattingen uit religie of cultuur niet meer alleen iemands persoonlijke keuze zijn, maar worden opgelegd aan anderen. Daar trek ik de grens.”
Maar waarom horen we dat niet terug bij GroenLinks/PvdA? Dat lijkt toch weglopen voor een ongemakkelijke waarheid?
Lyle: “Kijk, wat ik zie in het maatschappelijk debat is dat homohaat vaak wordt gereduceerd tot iets dat alleen moslims zouden doen. Dat is gewoon niet waar. Ik ben opgegroeid in Limburg, in een dorp waar geen moslim te bekennen was, en ik heb daar ook veel homofobie ervaren. Mijn punt is: homofobie komt uit meerdere hoeken. Extreemrechts is in de Tweede Kamer vandaag de dag wel de belangrijkste politieke kracht die actief tegen LHBTI-rechten stemt. Kijk naar voorstellen over meerouderschap of seksuele voorlichting: dezelfde partijen die wijzen naar minderheden als oorzaak van homofobie stemmen daartegen.”
Maar het risico is dat progressieve partijen met deze wegkijkende houding blind blijven voor wat veel LHBTI’ers dagelijks meemaken. Onze lezers horen steeds: links ziet ons niet meer. Zelf vind ik dit een zeer gevaarlijke ontwikkeling. Kiezers haken af bij links en stemmen notabene op radicaal- rechts alsof die politieke hoek opkomt voor regenboogrechten: juist van hen moeten we het niet hebben. Links verliest snel terrein onder hen waar links juist voor zegt op te komen.
Lyle: “Dat begrijp ik. En ik vind dat we daar als progressieve politici niet bang voor moeten zijn. Als er discriminatie plaatsvindt, moet dat benoemd worden – ongeacht waar het vandaan komt. Wat ik zelf belangrijk vind, is om dat niet te gebruiken om hele groepen weg te zetten of te stigmatiseren. Want daarmee help je de jongeren in die gemeenschappen, die misschien zelf worstelen met hun geaardheid, geen stap verder.”
Dus concreet?
Lyle: “Concreet betekent het discriminatie keihard aanpakken door daders te vervolgen en te investeren in organisaties als Roze in Blauw. We moeten zorgen voor goede voorlichting op scholen, ook op religieuze scholen. Het betekent lokale initiatieven steunen die vanuit de gemeenschap zelf komen. En het betekent jongeren die klem zitten – tussen thuis en de buitenwereld – niet laten vallen. Wat mij betreft is dat de echte strijd: zorgen dat er veilige plekken zijn, dat er rolmodellen zijn, en dat er empathie wordt gewekt in de samenleving.”
Je noemde onderwijs, wat ook wordt genoemd in het partijprogramma. Maar seksuele diversiteit is al sinds 2012 verplicht onderdeel van het curriculum (****). Wat voegt GroenLinks-PvdA daar nog aan toe?
Lyle: “Klopt, er is een wettelijke verplichting. Maar in de praktijk zien we dat sommige scholen er minimaal aandacht aan besteden of het helemaal terzijde schuiven. Wij zeggen: maak dit niet vrijblijvend. Zorg dat er duidelijke richtlijnen zijn, dat docenten de juiste middelen krijgen en dat er toezicht komt op de uitvoering. Voorlichting moet niet een voetnoot zijn, maar een wezenlijk onderdeel van burgerschapsonderwijs. Het zijn juist de religieuze en radicaal rechtse partijen in de Kamer die deze verplichting tot inclusief seksuele voorlichting willen afschaffen. Wij staan daar pal voor.”
Dus eigenlijk zeg je dat het niet gaat om wát er in de wet staat, maar om hóe het wordt uitgevoerd?
Lyle: “Precies. Het verschil zit in de praktijk. Je kunt wel mooie wetten hebben, maar als jongeren op school nog steeds nooit een open gesprek krijgen over seksuele diversiteit, dan missen we de kern. Daarom pleiten wij voor structurele aandacht, training van leraren en steun aan de organisaties die dit werk in de klas doen. Alleen zo bereik je échte verandering.”
Tot slot, wat hoop je dat lezers meenemen uit dit gesprek?
Lyle: “Dat openheid kracht geeft. Of het nu gaat om je geaardheid, je werk, of een hiv-diagnose – je hoeft het niet alleen te dragen. En dat politiek niet iets abstracts is: het gaat over ons allemaal, en we hebben allemaal de verantwoordelijkheid om mee te doen en elkaar te steunen.”
Genoemde onderzoeken en rapportages zijn te vinden via:
(*) Actieonderzoek Anti-Discriminatie LHBTIQ+, 1 februari 2021
https://openresearch.amsterdam/nl/page/73890/actieonderzoek-anti-discriminatie-lhbtiq
(**) Richten op de regenboog, 20-12-2024. Rapport van de Erasmus Universiteit Rotterdam in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC)
www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2024/12/20/ek-bijlage-rapport-richten-op-de-regenboog
(***) Verkiezingsprogramma GroenLinks/PvdA najaar 2025
https://groenlinkspvda.nl/verkiezingsprogramma
(****) Relationele en seksuele vorming, ministerie van OCW